Identiteit en co-creatie in samenwerking

Identiteit en co-creatie in samenwerking

Identiteit en drijfveren in je werk

In samenwerking is je identiteit cruciaal. Het bepaalt hoe je je verhoudt tot jezelf of collega's. Paul Verhaeghen beschrijft in zijn boek Identiteit (2012) identiteit als een dynamisch concept. Met andere woorden het is een product van de interactie tussen de persoon en zijn omgeving. Het proces van je identificeren of juist afstand nemen. Het bepaalt de onderlinge verhouding in een samenwerking of over hoe je je verhoudt tot natuur of techonologie of creativiteit of een bepaalde school. Deze elementen zijn in de discussie rond duurzaamheid steeds meer aan de orde. Het is stof voor wetenschappers, ambtenaren of medewerkers van een maatschappelijke organisatie in de vormgeving van je professionele rol. Met welke auteurs identificeer je je wel of niet? Wat drijft jou? Dit zal tevens richting geven aan hoe je je ontwikkelt in je rol en hoe je je verhoudt tot het hoofd van je afdeling of begeleiders die daarin soms ook andere keuzes maken.

Rollen en drijfveren

Je ervaringen uit je jeugd manifesteert zich op een bewust of vaak ook onbewustniveau in de actualiteit. We hebben in ons gezin van vroeger rollen gehad waar we ons vertrouwd mee voelen; je was bijvoorbeeld jongst geborene, de clown, het slachtoffer, de verantwoordelijke, degene die altijd de harmonie zocht of juist het conflict. In groepen wordt je in hoe je in contact met anderen treedt beïnvloed door die rollen uit het verleden. Die oude vertrouwde rollen bepalen op moeilijke momenten vaak ook je default, je automatische piloot. In een specifieke situatie kan het ook sterk bepalen wat je aan informatie tot je neemt en hoe je die situatie zelf kleurt. Die informatie kan ook weer je gedrag beinvloeden.

Brengen we deze twee elementen samen dan kunnen we rol ook bekijken als de overlap tussen wie we zijn als persoon en het systeem waarin we ons begeven. Bij systeem denk je aan organisatie, team of projectgroep. De overlap weerspiegelt hoe we onze rol invullen. Indien de identiteit van een persoon en de omgeving dynamisch is betekent dit dat onze rol in een organisatie in principe dynamisch is en voortdurend in verandering is in onszelf en in contact met anderen.

Reflectie als middel tot co-creatie

Vanuit Transactionele Analyse krijg je een kader aangereikt waarin je je gedrag uitlegt vanuit de positie van het kind, de ouder of de volwassene. Het zijn alle drie posities die we gebruiken als mensen in hoe we ons gedragen. De egopositie van het kind is een meer emotioneel gedreven reactie, de egopositie van de ouder is meer rationeel gedreven, de positie van de volwassene integreert deze. Met andere woorden de volwassen positie erkent de emotie van de kind egopositie en reflecteert en integreert deze met de egopositie van de rationele ouder. De volwassene laat zich niet drijven door emotie maar verwerkt en combineert dit met de rationele egopositie en komt zo tot een meer bewuste keuze voor gedrag.

Samengevat, door onszelf goed te kennen en te weten wat ons drijft vanuit het verleden kunnen we meer bewuste keuzes maken voor hoe we ons willen verhouden tot anderen. Je krijgt een middel in handen om vrijer in contact te gaan met anderen. Te weten van jezelf wat voor jou van belang is in contact. En in een tweede instantie te delen wat van belang is om een samenwerking verder te brengen tot een creatieve samenwerking of een samenwerking die meer ruimte geeft aan nieuwsgierigheid en onderzoekend samen zijn. Met anderen woorden er ontstaat een basis voor co-creatie. In een volgend blog zal ik verder gaan op het thema co-creatie.